Skip to main content

Positief Passend Onderwijs

  • Theorie deel 3

    Theorie deel 3

De Leerkuil

De Leerkuil (Learning Pit) is een metafoor om inzichtelijk te maken hoe een leerproces verloopt. Als leerlingen beseffen dat het heel normaal is om ‘het even helemaal niet te weten’ (of sterker nog: dat dat erbij hoort als je iets nieuws leert) dan wordt het gemakkelijker om door te zetten wanneer iets nog niet lukt. De Leerkuil staat centraal in het boek De Leeruitdaging van James Nottingham (2018).

Broaden en build theorie

Barbara Frederickson beschrijft het belang van het cultiveren van positieve emoties. Dit is gebaseerd op onder andere psychologisch- en neurowetenschappelijk onderzoek. Negatieve emoties versmallen het denken omdat ze evolutionair gezien gekoppeld zijn aan gevaar. Bij gevaar moet je niet teveel mogelijkheden hebben. Je moet vechten of vluchten. Dit was en is in extreem gevaarlijke situaties een overlevingsstrategie die nog steeds diep in ons brein verankerd is. Positieve emoties daarentegen bevorderen juist creativiteit en groei. Het is van belang om te werken aan een positieve emotie om zo successen te kunnen behalen en daardoor de motivatie te voeden om uitdagingen aan te gaan. Dan kan persoonlijke groei ontstaan hetgeen dan weer leidt tot meer positieve emoties.

Het Talentmodel van Annemieke Mol Lous (2011)

Werken vanuit krachten in plaats van klachten

Positief passend onderwijs richt zich op het (her)vinden van kwaliteiten en krachten van kinderen, ouders en onderwijs-professionals. Om met Luk Dewulf te spreken “van talent ga je aan”. Het is nodig om te kunnen ‘floreren’. Het is een pleidooi om vaste systemen, het denken in tekorten en problemen om te buigen en ook al bij heel jonge kinderen op onderzoek te gaan naar hoe zij vanuit hun authentieke kwaliteiten een bijdrage kunnen leveren aan de kleine of grotere wereld. Voor ieder wezen is het van belang dat hij of zij van betekenis is. Dat maakt het leven de moeite waard. Ook als het moeilijk is. Het inclusieve denken gaat vaak nog uit van tekorten die gecompenseerd moeten worden om echt mee te mogen doen. In het talentmodel wordt gezocht naar mogelijkheden om vanuit het wezenlijke zijn een bijdrage te leveren. De VIA strenghts (www.viacharacter.org) zoals die vanuit de positieve psychologie zijn opgesteld op basis van wetenschappelijk onderzoek vormen de basis van kwaliteitenen talenten binnen dit model. Deze ‘strenghts’ zijn gebaseerd op universele en eeuwenoude ‘deugden’ die ieder mens in zich heeft maar waar sommige meer aanwezig zijn dan andere. Deze kwaliteiten en talenten moeten worden (her)ontdekt, en verder ontwikkeld. Er is geen valkuil of negatieve kant. Als er behoefte is om iets te veranderen of ergens in te groeien doe je dat ook weer door bepaalde kwaliteiten in te zetten. Het talent model daagt ook uit om vooral in te zetten op wat er lukt en andere zaken te laten liggen. Daarmee pleit het ook voor flexibele leerroutes en maatwerk en het zoeken naar relaties en verbindingen die ‘werken’ voor leerlingen en leerkrachten. Uiteindelijk zullen mensen het meest in hun kracht staan als je recht doet aan hun echte wezenlijke kwaliteiten.

Een mooi voorbeeld zijn de hoog functio-nerende professionals die worden ingezet bij het ontwikkelen van belangrijke veilig-heidssoftware en die dat zo goed kunnen omdat ze zich zo enorm kunnen focussen. Hier is hun ‘probleem’ namelijk een vorm van autisme, juist een talent waarmee ze zeer van betekenis zijn voor onze wereld.

Het is daarom van belang dat het onder-wijs vooral focust op persoonlijke groei (floreren). Dat betekent dat groei en ontwikkeling wordt uitgelokt en dat de begeleiding wordt vorm gegeven vanuit een succesteam. Echte groei en bloei kan alleen plaatsvinden als het eigenaarschap bij de betrokkene zelf ligt. Als je als mens een wezenlijke bijdrage levert aan je eigen ontwikkeling en daarmee van betekenis kunt zijn voor de kleine of grotere wereld.

In het talentmodel van Annemieke Mol Lous is dit in het kort terug te vinden:

Model ‘Talent in actie’ door Dewulf

Volgens Luk Dewulf leidt bewustzijn van je eigen talenten tot geluksgevoelens. Luk is deskundig op het gebied van burn-out en auteur van het boek “Ik kies voor mijn talent”. Een quote:

“Gelukkige, weerbare kinderen zijn kinderen die positieve emoties ervaren. Door te spelen, door te doen waar ze goed in zijn. Door helemaal op te gaan in favoriete activiteiten. Door contexten te vinden die aansluiten op het eigen talent, drijfveren en intrinsieke motivatie. Gelukkige kinderen zijn kinderen die zich gezien, erkend en gewaardeerd voelen door ouders, leraren en vrienden. Positieve emoties zijn de motor van veerkracht en weerbaarheid.”

Positieve emoties zijn de motor van veerkracht en weerbaarheid.”

Talent in actie

Om te floreren moet talent gezien worden. Talent wordt zichtbaar in activiteiten die je moeiteloos volbrengt én die je energie opleveren. In de definitie van Dewulf is talent relationeel. Er is alleen maar talent als het gezien wordt. Je hebt dus een betekenisvolle ander nodig die jouw talent benoemt (Dewulf, 2014). Niet al ons talent is zichtbaar voor de buitenwereld. Is talent zichtbaar voor de buitenwereld dan noemt Luk Dewulf dit ‘talent in actie’. Talent in actie is talent dat zichtbaar geworden is in een specifieke context door gedrag dat is ontwikkeld bij dat talent. De context hangt af van intrinsieke motivatie en drijfveren. Een-zelfde talent kan binnen verschillende contexten zichtbaar zijn. Bij elke nieuwe context zal je vaardigheden moeten ontwikkelen om je talent zichtbaar te maken. Op de website van Proeftuintjes staat een artikel met een concreet uitgewerkt voorbeeld.

39 verschillende talenten

Dewulf onderscheidt 39 verschillende talenten, die hij aantrof en die mensen gelukkig maakten als ze werden ingezet. Een overzicht van de talenten vindt u op de webiste van Proeftuintjes.

Batterij opladen om complexe wereld aan te kunnen

leder kind/leerkracht wil het goed doen, heeft in de basis drijfveren tot ontwikkeling. Als we die unieke basis versterken, wordt ook het gedrag dat daarbij past sterker (Els Pronk en Elke Busschots, 2020) We zien dan dat het kind/ de leerkracht authentiek en ontspannen is. Van daaruit kan ontwikkeling en leren ontstaan. Het ontwikkelen van je talenten geeft je veerkracht waarbij kind/leerkracht meer van binnenuit sterker om kunnen gaan met de druk die onze complexe veeleisende (onderwijs) wereld vraagt. Je batterij laadt er van op.

Het gouden driehoeksgesprek

Een driehoeksgesprek is een gesprek waarbij leerkracht, ouder(s) en kind samen een gesprek voeren in plaats van het traditionele ‘tienminutengesprek’ met alleen de ouder(s). Tijdens dit driehoeksgesprek van 15 tot 20 minuten worden doelen en resultaten van de leerling doorgenomen, maar ook de sociaal emotionele ontwikkeling van het kind. Belangrijk is dat de leerkracht niet in de ‘zendmodus’ staat. Het is belangrijk dat het iedereen duidelijk is wat er van hen verwacht wordt. Essentieel is dat het kind een flinke inbreng heeft.
Op deze manier krijgen kinderen meer eigen verantwoordelijkheid voor hun ontwikkeling en hun leerproces en ouders worden hierbij actief betrokken. Het gesprek wordt inhoudelijk samen met het kind voorbereid en er is steeds aandacht voor de talenten van kind/ouders/leerkracht en voor wat er al goed gaat.

Ook voor ouders is deze manier van gesprekken voeren heel anders dan de traditionele 10-minutengesprekken. Neem ouders mee in deze verandering en leg uit vanuit welke visie je dit als school wil doen.