Skip to main content

Positief Passend Onderwijs

  • Positieve Psychologie in groep 1 en 2

    Positieve Psychologie in groep 1 en 2

Juul van der Ziel

Ervaringen van Juul van der Ziel

Werkend in de onderbouw was het even zoeken hoe ik de aspecten van positieve psychologie ging toepassen bij jonge kinderen. Sommige dingen deden we op mijn school al vanuit de Kanjertraining. Ik besloot eerst, meer dan voorheen, aandacht te geven aan het herkennen en benoemen van emoties.

Prentenboeken

In de gouden weken beginnen we met allerlei prenten-boeken waarin emoties centraal staan: ‘Gewoon zoals je bent’ van Jonny Lambert bijvoorbeeld of ‘Blij, bang boos’ van Guido van Genegten en zo meer. De appluisjespot wordt ingezet om goede positieve momenten in de klas te benadrukken, de gevoelsthermometer om te peilen hoe een kind een activiteit ervaren heeft, of een dag, of na het buitenspelen.

Foto’s en filmpjes

Maar hoe ga je met een vijfjarige in gesprek over talenten? Hoe zorg je ervoor dat je echt bezig bent op het niveau van dit kind? Om dit te ervaren ben ik aan de slag gegaan met foto’s en filmpjes. Door samen met kinderen foto’s (en filmpjes) te maken van plekken in de school en in de klas waar ze blij van werden (talent in actie). Na het foto’s maken gingen we ze samen bekijken, ordenen en er een talentenposter van maken. Het gesprek dat je voert bij de foto’s en filmpjes geeft je zicht op onderliggende talenten.

Voorbeeld

Zo had ik een slimme herfstleerling in de klas die uit zichzelf nooit een themahoek inging. Ze was super actief in het meedenken en opbouwen van de hoek, maar als het op kiezen aankwam koos ze veilig (leeshoek, kleurplaat, werkje). Wat zit daarachter? Uit de rondgang met de camera blijkt dat ze deze themahoek (een kledingwinkel met feestkleding), reuze interessant vindt en er blij van wordt, vertelt ze. ‘Je kunt die mooie glitterjurken aandoen en sieraden, je kunt in de spiegel kijken hoe je eruit ziet.’ We maken een talentposter. Al snel wordt duidelijk dat het een taalsterk meisje is, dat een Sfeervoeler, een Planmaker en Mooimaker is. Ze ziet niet alle rollen zitten en heeft duidelijk voorkeuren, vanuit een liefde voor toneelspelen, verkleden en mooie spullen. Ze wil niet ‘met zomaar iedereen’ een spelhoek in, willen anderen wel mee in haar idee? Wat houdt je tegen, wat heb je nodig om daar wel te gaan spelen? Soms is een gesprek al voldoende om de drempel te nemen. En heb je die drempel eenmaal genomen dan kom je er tot je verassing achter dat een ander kind jou ook kan inspireren tot leuk spel, dat je rollen kunt verdelen en kunt wisselen van rol, dat je om beurten iets kunt doen. Want wees eerlijk, soms moet je in de kledingwinkel ook de winkeljuffrouw zijn en hard werken om al die mooie feestjurken die de klant gepast heeft weer netjes op te ruimen! Zicht krijgen op de dingen waar een kind blij van wordt geeft je inzicht in de drijfveren van een kind en helpt je als leerkracht om het kind beter te begrijpen en te helpen. Het kind krijgt meer veerkracht.

Oplossingsgericht

Heeft een kind zicht op de dingen die het al kan en nog moet leren? Met een aantal kinderen heb ik oplossingsgericht gesprekken gevoerd. De pictokaartjes bij ‘dit kan ik al’, ‘dit kan ik al een beetje’ en ‘dit vind ik nog moeilijk’ neerleggend, krijgen kinderen zicht op hetgeen ze allemaal al kunnen en nog willen leren. Het in beeld brengen, merkte ik, hielp in bewustwording en was al een deel van de oplossing. Het gedrag dat ze gingen aanleren werd beloond door het te zien en het te benoemen, ha!... en dan natuurlijk weer een appluisje in de pot!

 

Juul van der Ziel
De Sjofar